In de Wtza staan twee doelgroepen genoemd die aan de vergunningplicht moeten voldoen, namelijk:
- Alle instellingen die medisch specialistische zorg (doen) verlenen
- Alle instellingen die Zvw/Wlz-zorg (doen) verlenen met meer dan tien zorgverleners
Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat de vergunningplicht ook geldt voor instellingen die zorg verlenen die wordt bekostigd uit een Zvw-pgb of een Wlz-pgb.
Een instelling die op 1 januari 2022 van rechtswege was toegelaten of niet in het bezit hoefde te zijn van een WTZi-toelating en per die datum Wtza-vergunningplichtig is moet vóór 1 januari 2024 een vergunning aanvragen. Op het moment van aanvraag van de Wtza-vergunning, moet de instelling voldoen aan de eis van een interne toezichthouder.
Een kleine instelling die Zvw/Wlz-zorg verleent of doet verlenen en na 1 januari 2022 de drempel van meer dan tien zorgverleners Zvw- en Wlz-zorg overschrijdt en pas daardoor vergunningplichtig wordt, moet binnen 6 maanden na die overschrijding een vergunning hebben aangevraagd.
De eis van een interne toezichthouder is verbonden aan de doelgroep die ook over een vergunning moet beschikken. Een aantal categorieën van zorgaanbieders zijn uitgezonderd van de vergunningplicht en de eis van een interne toezichthouder.
Op onze pagina met veelgestelde vragen vindt u onder het kopje ‘Vergunningplicht zorgaanbieders’ meer informatie over de vergunningplicht en onder het kopje ‘Interne toezichthouder zorgaanbieders’ meer informatie over intern toezicht.
Sinds 1 januari 2022 kunt u bij het CIBG een vergunning aanvragen. Bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd vindt u meer informatie over het toezicht op goed bestuur.