Let op! Aanschrijvingsbrief ontvangen over de Wtza?

Beschikt uw instelling over een WTZI-toelating? Mogelijk heeft u dan een brief van ons ontvangen over de vergunningplicht onder de Wtza die op 1 januari 2022 van kracht wordt. Het nieuwe systeem van Wtza-vergunningen vervangt het systeem van de WTZi-toelatingen. In de brief is vermeld hoe wij de situatie van uw organisatie inschatten:

  • U bent niet vergunningplichtig onder de Wtza
  • U bent wel vergunningplichtig onder de Wtza

U bent het eens met de inschatting

Bent u het wel eens met de inschatting zoals die in de brief is vermeld? Dan hoeft u niets te doen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de brief en naar de Veelgestelde vragen en antwoorden op deze website

U bent het niet eens met de inschatting

Bent u het niet eens met de inschatting zoals die in de brief is vermeld? Deze inschatting hebben wij gemaakt op basis van de ons bekende gegevens. Mogelijk is uw situatie gewijzigd, of gaat deze voor 31 december 2021 wijzigen, ten opzichte van de bij ons bekende gegevens.
Bent u het niet eens met de gemaakte inschatting, dan kunt u voor 1 november 2021 via dit formulier aangeven waarom u meent dat uw situatie afwijkt van de inschatting. In het formulier leest u ook welke documenten daarbij vereist zijn. U kunt het formulier met eventuele bijlagen per e-mail sturen aan
toetredingzorgaanbieders@minvws.nl

Heeft u geen brief ontvangen?

We versturen de brieven verspreid over de maand september, dus niet alle instellingen ontvangen een brief op hetzelfde moment.
Instellingen die zijn uitgeschreven uit het register van de Kamer van Koophandel ontvangen deze brief van het CIBG niet. We trekken de WTZi-toelating van deze instellingen in voor 1 januari 2022.

Toelichting op de vergunningplicht

Wanneer bent u vergunningplichtig op grond van de Wtza?

Instellingen

Op grond van de Wtza geldt de vergunningplicht alleen voor organisaties die instellingen in de zin van de Wtza zijn. Een instelling is:

  • een rechtspersoon die bedrijfsmatig zorg verleent of doet verlenen,
  • een organisatorisch verband van natuurlijke personen die bedrijfsmatig zorg verlenen of doen verlenen (Hieronder valt bijv. een maatschap of een vennootschap onder firma);
  • of een natuurlijke persoon die bedrijfsmatig zorg doet verlenen. (Gedacht moet worden aan een eenmanszaak met zorgpersoneel.)

Vergunningplichtige instellingen

Niet alle organisaties die een ‘instelling’ in de zin van de Wtza zijn, vallen onder de vergunningplicht. Op grond van de Wtza zijn de volgende instellingen vergunningplichtig:

  1. instellingen die medisch-specialistische zorg verlenen
  2.  instellingen die met meer dan tien zorgverleners Wlz- of Zvw- zorg verlenen (uitbesteding meegeteld)

Instellingen die medisch-specialistische zorg verlenen

Als medisch specialistische zorg wordt de volgende zorg aangewezen, voor zover die zorg wordt verleend door een arts, anders dan een huisarts, specialist ouderengeneeskunde of arts verstandelijk gehandicapten:

Instellingen die met meer dan tien zorgverleners Wlz- of Zvw- zorg verlenen (uitbesteding meegeteld)

Een zorgverlener is een natuurlijke persoon die beroepsmatig zorg verleent. Bij de drempel van tien zorgverleners in deze categorie wordt uitbesteding van zorg meegeteld. Als een instelling bijvoorbeeld werkt met een onderaannemer, wordt het aantal zorgverleners bij deze onderaannemer meegeteld.
 
Als een instelling meerdere locaties heeft, wordt het aantal zorgverleners bij die locaties opgeteld. Gekeken wordt naar het aantal zorgverleners dat namens de instelling zorg verleent als omschreven in het kader van de Zvw of Wlz.

Een stafmedewerker, vrijwilliger of stagiaire telt in dit verband niet mee. Een natuurlijke persoon die uitsluitend Wmo-ondersteuning of uitsluitend jeugdhulp verleent telt ook niet mee. Het gaat om het aantal natuurlijke personen die zorgverlener zijn. Het aantal FTE's is in dit verband niet relevant. Een zorgverlener die parttime werkt, telt dus als één zorgverlener.

Voorbeelden van organisaties die geen ‘instelling’ zijn in de zin van de Wtza:

Bemiddelingsbureaus


Een bureau dat bemiddelt tussen een persoon die zorg nodig heeft en een persoon die zorg kan verlenen en waarbij het bureau louter als taak heeft om vrager en verlener bij elkaar te brengen, is geen zorginstelling. Het doel van dit bureau is slechts "bemiddeling"; het bureau doet geen zorg verlenen, maar levert een zorgverlener. Dit ligt anders als het bureau bijvoorbeeld met een houder van een persoonsgebonden budget of een zorgverzekeraar een overeenkomst heeft gesloten om voor hem zorg in natura te verlenen; dan dient het bureau onder meer te zorgen voor continuïteit bij ziekte van de zorgverlener en maakt dit bureau, als opdrachtgever, afspraken over de inhoud van de zorg met de zorgverlener die als zelfstandige zonder personeel voor het bureau werkt. In dat geval is het bureau wel zorginstelling en daarmee vergunningplichtig, als dit bureau behoort tot de vergunningplichtige instellingen.

Onderaannemers

Onder een ‘instelling’ worden voor de Wtza-vergunningplicht alleen organisaties verstaan die een hoofdaannemer zijn en niet organisaties die uitsluitend onderaannemers zijn. Dit ligt alleen anders als de hoofdaannemer een zogenoemde “lege huls” is; in dat geval is ook diens onderaannemer vergunningplichtig.
Een “lege huls” is een zorgaanbieder die zelf geen zorg verleent en uitsluitend zorg ‘doet’ verlenen door een onderaannemer. In het geval van een “lege huls” zijn zowel de hoofdaannemer als de onderaannemer vergunningplichtig.

Meer weten?

Voor de antwoorden op andere vragen verwijzen wij u naar de Veelgestelde vragen en antwoorden op deze website.