Financiële bedrijfsvoering en derivaten

Zorgaanbieders hebben te maken met regels voor transparante financiële bedrijfsvoering en derivaten. Maar waarvoor dienen al deze regels en voor wie gelden ze precies? Wie houdt er toezicht op de regels en waar kunt u als zorgaanbieder terecht met vragen? Op deze pagina vindt u meer informatie.

Wat is het doel van de regels voor een transparante financiële bedrijfsvoering?

De regels voor transparante financiële bedrijfsvoering waarborgen de publieke belangen bij zorgaanbieders . Alle zorgaanbieders zorgen ervoor dat ze deze regels naleven. Hierdoor is de manier waarop ze hun bedrijfsvoering regelen duidelijk en controleerbaar.

Het doel van de regels voor financiële derivaten is het tegengaan van speculatief gebruik ervan. Speculatief en risicovol gebruik van derivaten past niet bij de zorg en de publieke belangen van de zorg, omdat de zorg voor het overgrote deel met collectieve middelen wordt bekostigd.

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) houdt hier toezicht op.

Voor wie gelden de bedrijfsvoeringsregels en de derivatenregeling?

De regels gelden voor alle zorgaanbieders die worden betaald uit de Zvw, de Wlz of een VWS-subsidie.

Deze categorieën zijn uitgezonderd:

  • Zorgaanbieders die uitsluitend zorg verlenen die niet wordt gefinancierd vanuit de Zvw, Wlz of VWS-subsidie;
  • Zorgaanbieders die wel zorg verlenen die wordt gefinancierd vanuit de Zvw of Wlz, maar uitsluitend ondersteunende werkzaamheden verrichten die ver verwijderd zijn van de kern van zorgverlening, zoals (zittend) vervoer, schoonmaak, levering van bepaalde roerende voorzieningen en mobiliteitshulpmiddelen en catering;
  • Organisaties die uitsluitend een factureringsbedrijf zijn;
  • Natuurlijke personen die geen zorg laten verlenen, zoals werknemers en zelfstandigen zonder personeel:
    • Een voorbeeld is een verpleegkundige die in loondienst zorg verleent in een verpleeghuis.
    • Een ander voorbeeld is een zelfstandige die alle zorg zelf verleent en daar geen andere zorgverleners (werknemers in loondienst, waarnemende collega’s, onderaannemers, ingehuurde zorgverlenende zzp’ers, etc.) voor inschakelt.
    • Of een zelfstandige die bijvoorbeeld uitsluitend mensen in dienst heeft die geen zorg verlenen.
  • Individuele maten en vennoten die zorg laten verlenen in het kader van een maatschap of vennootschap waarvan zij maat of vennoot zijn. Voorbeelden zijn (kosten)maatschappen of vennootschappen van huisartsen, fysiotherapeuten of ggz-psychologen.

Welke regels gelden er?