Hoe kan op een praktische manier invulling worden gegeven aan de eis van een interne toezichthouder bij een ‘lege huls’-constructie?

De vergunningplicht in de Wtza geldt - evenals de eis van de interne toezichthouder - niet voor onderaannemers, tenzij de hoofdaannemer een ‘lege huls’ is.

Een ‘lege huls’ is een zorgaanbieder die zelf geen zorg verleent en uitsluitend zorg ‘doet’ verlenen door een onderaannemer. In het geval van een ‘lege huls’ moeten zowel de hoofdaannemer als de onderaannemer over een toelatingsvergunning beschikken en in dat kader vaak ook over een interne toezichthouder.

Het kan zijn dat de interne toezichthouder van de instelling die uitsluitend in opdracht van die ‘lege huls’ werkt, bestaat uit dezelfde personen als de interne toezichthouder van de hoofdaannemer (‘lege huls’). Dit mag niet als de hoofdaannemer (‘lege huls’) aandelen houdt in de onderaannemer, tenzij sprake is van een groep (artikel 2:24b BW).